Background image

terug

Vraag 17



Elke tweelingbroer heeft altijd een zakdoek in zijn broekzak: als de ene tweelingbroer een rode zakdoek heeft, heeft de ander een zwarte en omgekeerd.
Op zekere dag komt Alice de tweelingbroers tegen. Ze vraagt aan een van beiden: "Welke kleur zakdoek heb je?"
Het antwoord van deze tweelingbroer luidt: "Zwart".
Op verzoek van Alice laat hij de zakdoek zien. Deze blijkt rood te zijn. Daarop vraagt Alice aan de andere tweelingbroer: "Welke kleur zakdoek heb jij?"

Welke kleur zal hij noemen? Leg duidelijk uit hoe je tot die conclusie komt.