De onderzoekers gebruikten een ander systeem. Ze kozen negen
hoofdkleuren: rood, groen, bruin, geel, paars, roze, blauw, oranje en grijs.
Van elke hoofdkleur gebruikten ze vier tinten: zeer donker, donker, licht
en zeer licht. Bovendien gebruikten ze zwart en wit. In totaal gebruikten
ze dus 38 kleuren, die ze de nummers 1 tot en met 38 gaven.
In het eerste deel van het onderzoek vroeg men gezonde proefpersonen
deze kleuren te beoordelen, waarbij ze per kleur konden kiezen uit
positief, neutraal of negatief. De resultaten staan in tabel 1. Hierin kun je
bijvoorbeeld aflezen dat kleur nummer 1 (zeer donkerrood) door 3% van
de proefpersonen als positief werd aangemerkt en door 24% van de
proefpersonen als negatief.
tabel 1
Donkergeel (kleur nummer 14) is een kleur die door heel veel mensen in
deze steekproef als positief beoordeeld werd. Voor de volgende vraag
gaan we ervan uit dat de percentages van de proefpersonen in de tabel
ook gelden voor een aselecte steekproef uit de bevolking.
Bereken de kans dat in een willekeurige groep van 500 personen 360 personen of meer donkergeel als positief beoordelen.