Om vast te stellen of het productieproces van slangen voor achterruitsproeiers nog goed verloopt, neemt men regelmatig een steekproef uit de geproduceerde slangen. Hierbij bepaalt men het steekproefgemiddelde g en berekent men de procescapaciteitsmaat C. Er geldt: en Hierin is g het steekproefgemiddelde. We nemen aan dat s, de standaardafwijking van het proces, constant is en steeds gelijk is aan 0,65. De procescapaciteitsmaat C is de kleinste van deze twee waarden Clinks en Crechts. Als bijvoorbeeld het steekproefgemiddelde g gelijk is aan 281 cm en s=0,65, dan geldt: en Hieruit volgt dat in dit voorbeeld geldt: C=Crechts≈1,5. We nemen verder aan dat het steekproefgemiddelde g binnen de specificatiegrenzen ligt. De standaardafwijking s verandert ook nu niet. Het productieproces verloopt slechter als het steekproefgemiddelde g verder van de streefwaarde af komt te liggen.
Beredeneer aan de hand van de formules of de waarde van C in dit geval groter wordt of juist kleiner.