In het artikel werd ook nog een tweede verklaring genoemd voor de vreemde
verdeling van de cijfers. De groep studenten die dit tentamen had gemaakt, zou
niet homogeen zijn maar bestaan uit twee homogene en ongeveer even grote
subgroepen, namelijk de werkers en de niet-werkers. Daar gaan we in de rest van deze opgave naar kijken.
Neem aan dat de cijfers van de werkers normaal verdeeld waren met gemiddelde 6,7 en standaardafwijking 1,5 en de cijfers van de niet-werkers normaal verdeeld waren met gemiddelde 3,4 en standaardafwijking 1,2. In figuur 2 zie je vier grafieken getekend die horen bij vier verschillende normale
verdelingen. Grafiek A hoort bij de cijfers van de werkers.
figuur 2
Eén van de overige drie grafieken B, C en D hoort bij de niet-werkers. Dat is grafiek D.
Leg uit waarom grafieken B en C niet kunnen horen bij de cijfers van de niet-werkers.