Voor huurwoningen zijn de overlevingspercentages anders dan voor
koopwoningen. Voor huurwoningen wordt het verloop van het
overlevingspercentage goed benaderd met de formule:
P = 56 + 484/10 + 1,023t
Hierin is t de leeftijd van de woning in jaren en p het overlevingspercentage. De
grafiek van p verloopt op een vergelijkbare manier als bovenstaande figuur.
Welke overlevingspercentages p zijn bij bovenstaande formule mogelijk? Licht je
antwoord toe.
Bij deze vraag worden één of meerdere bijlagen gebruikt.
Bijlage: Levensduur van woningen 10,11,12,,13 en 14