Kijk in de bijlage "Spiegeltjes op een cirkel, figuur 3".
Hoe kun je de omgekeerde bewering gebruiken om de juiste stand van de spiegeltjes bij P en Q te tekenen?
Licht je antwoord toe met een tekening op de uitwerkbijlage.
Bij deze vraag worden één of meerdere bijlagen gebruikt.
Bijlage: Spiegeltjes op een cirkel, figuur 1 en 2