De termen van de rij un zijn te vinden met behulp van de rij vk: u1 = u0 + v1 u2 = u0 + v1 + v2 u3 = u0 + v1 + v2 + v3 : un = u0 + v1 + … + vn Toon aan dat voor n = 1, 2, 3, … geldt: un = 14 + 9(1/3) ((-½)n - 1).
Bij deze vraag worden één of meerdere bijlagen gebruikt.