Een ander bootje start in een punt aan de rand van het meer en vaart ook in een
rechte lijn naar M. Halverwege is de afstand van het bootje tot het land even groot als
de afstand van het bootje tot beide eilandjes.
Teken in de figuur op de bijlage bij vraag 2 de punten aan de rand van het meer van
waaruit het bootje vertrokken kan zijn. Licht je werkwijze toe.