Background image

terug

Vraag 19

A2, B2 en C2 zijn de middens van de bogen B1C1, C1A1 en A1B1. ∠A2C2B2 noemen we γ2.
Op eenzelfde manier definiëren we γ3, γ4, enzovoort.
Op dezelfde manier als in vraag 18 kun je voor n = 1, 2, 3, … aantonen dat:
γn+1 = ½(180°-γn) .

Deze formule is te herschrijven tot de formule γn+1- 60° = - ½ (γn - 60°).
Toon dit aan.

terug

Bijlage(n)

Bij deze vraag worden één of meerdere bijlagen gebruikt.

Bijlage: Middens van bogen bijlage