Uit een lange strook karton met een breedte van 15,0 dm worden dozen
gemaakt met vierkante bodem en deksel en rechthoekige zijkanten. Daartoe
wordt het karton verknipt in rechthoeken waarvan de breedte gelijk is aan
15,0 dm en de lengte afhangt van de gewenste hoogte van de doos. We noemen
de hoogte van de doos in dm x.
Zo’n rechthoekig stuk karton wordt op acht plaatsen x dm ingeknipt, waarna zes
vierkantjes van x bij x dm worden omgevouwen. Zie onderstaand figuur. De stippellijnen zijn
vouwlijnen. Tot slot wordt het karton gevouwen tot een doos. Zie het onderste figuur.
De inhoud van de doos moet 100 dm³ zijn.
Bereken bij welke lengtes van de kartonnen rechthoek dit het geval is. Geef je
antwoord in dm, afgerond op 1 decimaal.