Background image

terug

Vraag 11

Gegeven zijn de functies f(x) = x² en g(x) = √x, beide met domein [0, →>.



De lijn x = p, met 0 < p < 1, snijdt de grafiek van f in A en de grafiek van g in B.

Bereken de exacte waarde van p waarvoor de lengte van het lijnstuk AB maximaal is.