Gegeven is de cirkel c met middellijn AB en middelpunt M. Lijn k raakt c in A. Lijn l is een lijn door B die c in nog een ander punt D (ongelijk aan A) snijdt. P is het snijpunt van k en l.
Er zijn twee cirkels die l raken en bovendien cirkel c in A raken.
Teken in de figuur op de uitwerkbijlage de twee middelpunten van deze twee cirkels.
Licht je werkwijze toe.
Bij deze vraag worden één of meerdere bijlagen gebruikt.
Bijlage: Uitwerkbijlage - Cirkel met lijnen 2