Onderzoekers hebben geprobeerd de BMI-methode te verfijnen. Met behulp van
statistische gegevens heeft men bij elke lengte het zogenaamde bijbehorende
streefgewicht bepaald. Deze gegevens heeft men uitgezet op dubbellogaritmisch papier.
Zie de volgende figuur. Horizontaal staat de lengte in meter.Verticaal is het streefgewicht in kg
uitgezet.
Zo heeft iemand met een lengte van 1,60 m een streefgewicht van 65 kg. Iemand van
1,90 m heeft als streefgewicht 87 kg.
De waarden van de BMI die horen bij de punten op deze grafiek zijn niet allemaal
precies hetzelfde. Daarom pleiten sommige deskundigen ervoor de BMI te vervangen
door G / Lp met een geschikte waarde van p.
Bereken p zo dat G / Lp dezelfde waarde heeft voor alle combinaties van lengte en
streefgewicht die liggen op de grafiek in bovenstaande figuur.