Bij de controle van het vulproces met behulp van de x/R-kaart let men erop of x of R
de zogeheten controlegrenzen overschrijden. Deze controlegrenzen zijn in de
grafieken met stippellijnen aangegeven. Zodra bij een steekproef een van deze
grenzen overschreden wordt, slaat men alarm.
Op een gegeven moment slaat men alarm bij een steekproef, terwijl met de waarde
van x niets mis is.
Wat zouden de vijf gewichten in deze steekproef bijvoorbeeld kunnen zijn? Licht je
antwoord toe.