Background image

terug

Vraag 20

Een kandidaat moet een vraag beantwoorden maar heeft geen idee welk antwoord juist is en welke antwoorden onjuist zijn. Er zijn heel veel mogelijkheden voor de kandidaat om die vraag te beantwoorden:

  • Mogelijkheid I:
    De kandidaat zou kunnen gokken op een antwoord door daar 1 achter te schrijven (en dus 0 achter de andere antwoorden). Het antwoord waarbij de kandidaat 1 heeft gezet, kan goed zijn. Dan is de score 1. Als het niet goed is, is de score -1. De verwachte score is dan:
    ¼ · 1 + 3/4 · -1 = -0,50
  • Mogelijkheid II:
    Hij kan ook op twee antwoorden gokken door achter ieder van die twee antwoorden ½ te schrijven.
  • Mogelijkheid III:
    Hij kan ook op drie antwoorden gokken door achter ieder van die drie antwoorden 1/3; te schrijven.
  • Mogelijkheid IV:
    En tenslotte kan hij ook op alle vier de antwoorden gokken door achter alle antwoorden ¼ te schrijven. Deze laatste mogelijkheid levert hem een score van 0,25 op.
Er zijn nog veel meer mogelijkheden om de vraag te beantwoorden. We kijken echter alleen naar de bovengenoemde vier mogelijkheden.
De score bij mogelijkheid IV is hoger dan de verwachte score bij mogelijkheid I.
Mogelijkheid IV is daarmee een 'verstandiger' strategie dan mogelijkheid I.

Onderzoek welk van de mogelijkheden II, III en IV de meest verstandige strategie is.