In artikel 1 speelt de onnauwkeurigheid van de apparatuur een belangrijke rol: de metingen
geven bijna nooit de werkelijke waarde van het promillage alcohol dat in het bloed
aanwezig is. Het verschil tussen het gemeten promillage en het werkelijke promillage
noemen we de meetfout.
We gaan er in deze opgave van uit dat de meetfouten normaal verdeeld zijn, met een
gemiddelde van 0 promille. Afwijkingen naar boven en afwijkingen naar beneden zijn dus
even waarschijnlijk. Neem aan dat de standaardafwijking van de meetfouten 0,1 promille is.
Een automobilist met 0,48 promille alcohol in het bloed is wettelijk niet strafbaar. Stel dat
deze automobilist wordt gecontroleerd. Als de meting meer dan 0,7 promille aangeeft, dan
wordt deze automobilist (ten onrechte) bestraft.
Bereken de kans dat de meetfout zo groot is dat deze automobilist (ten onrechte) wordt bestraft.