Background image

terug

Vraag 14

Vanaf het jaar 2000 is de berekeningswijze voor de kosten veranderd. Het BTW-tarief is veranderd en bovendien is er de zogenoemde waterbelasting bijgekomen. Dat is reden voor de WMO om de afnemers hierover in te lichten.
In een folder schrijven zij op welke wijze de kosten in het jaar 2000 berekend worden.

In het jaar 2000 gaat men bij de berekening van de kosten als volgt te werk:

  • elke m3 water kost ƒ 2,50
  • het vastrecht per jaar bedraagt ƒ 30,60
  • over elke m3 water betaalt de afnemer ƒ 0,285 aan waterbelasting. Dit geldt alleen voor de eerste 300 m3 water. Het verbruik boven de 300 m3 is vrijgesteld van waterbelasting.
Het gezin Akink dat per jaar altijd 130 m3 water verbruikt, moet volgens de nieuwe berekening ƒ 13,62 meer betalen dan volgens de oude berekening, zo is na te rekenen.
Het bedrag dat dit gezin aan BTW moet betalen is in 2000 echter lager dan in 1999. In 1999 betaalt het gezin Akink (zie vraag 12) ƒ 54,09 aan BTW.

Bereken voor dit gezin het BTW-verschil tussen 1999 en 2000.