Background image

terug

Vraag 12

Voor de levering van leidingwater brengen de waterleidingmaatschappijen elk jaar kosten in rekening. Deze kosten bestaan onder andere uit verbruikskosten, vastrecht en BTW.


In het jaar 1999 gaat de WMO, de Waterleiding Maatschappij Overijssel, bij de berekening van de kosten als volgt te werk:

  • elke m3 water kost ƒ 2,45
  • het vastrecht per jaar bedraagt ƒ 30,-
  • over de eerste ƒ 60,- (inclusief het vastrecht) betaalt de afnemer 6% BTW en over de rest 17,5%
In 1999 gebruikt het Overijsselse gezin Akink 130 m3 water. Dit gezin betaalt hiervoor ƒ 54,09 aan BTW.

Laat door een berekening zien dat dit BTW-bedrag juist is.