In de atletiek kent men verschillende onderdelen. De ene atleet is goed in hardlopen, de
andere atleet in hoogspringen of speerwerpen. Iemand die de 100 meter binnen de
11 seconden loopt is een goede sprinter, terwijl iemand die met een polsstok hoger springt
dan 5 meter een goede polsstokhoogspringer is. Men kan zich afvragen wie van de twee de
betere atleet is. Om prestaties bij verschillende atletiekonderdelen te kunnen vergelijken,
hanteert de Koninklijke Nederlandse Atletiek Unie (KNAU) een puntensysteem. Met dit
systeem worden sportprestaties omgerekend tot een aantal punten met behulp van
verschillende formules. Vanzelfsprekend hoort bij een betere prestatie een groter aantal
punten. Zie bijlage "Sportprestaties".
In de bijlage "Sportprestaties" lezen we af dat voor hardlopen het behaalde aantal punten P wordt berekend met
de formule P = (a / t) - b. Hierbij is t de tijd in seconden die de atleet nodig heeft om de
afstand te lopen. De getallen a en b worden afgelezen in de betreffende kolommen voor
mannen of vrouwen.
Bijvoorbeeld bij 100 meter hardlopen voor mannen lezen we af dat
a = 29 550 en voor vrouwen dat a = 30 672.
Een man en een vrouw lopen allebei de 3000 meter in 8 minuten en 25 seconden.
Bereken hoeveel punten de vrouw meer heeft behaald dan de man.