Background image

terug

Vraag 5

Sinds 1 mei 2004 bestaat de Europese Unie uit 25 landen. In de Raad van Ministers heeft
elk land één zetel. In deze raad worden veel beslissingen genomen. Daarbij heeft niet elk
land evenveel stemmen. Zo heeft Frankrijk 29 stemmen, Nederland 13 stemmen en
Denemarken 7 stemmen. Op deze wijze beschikken de 25 landen samen over 321 stemmen.
Een land stemt óf voor óf tegen en kan zich dus niet van stemming onthouden of met een
deel van zijn stemmen vóór en een ander deel tegen stemmen.
Vaak worden beslissingen genomen bij meerderheid van stemmen. Dat betekent dat een
voorstel alleen wordt aangenomen als meer dan de helft van de stemmen voor dat voorstel
is. Dan kan het gebeuren dat de stemmen van Nederland de doorslag geven bij het wel of
niet aannemen van een voorstel. Dat is bijvoorbeeld het geval wanneer van de overige
landen 152 stemmen voor zijn en 156 stemmen tegen.

Bereken bij welke aantallen voorstemmen van de overige landen de stemmen van Nederland
de doorslag geven om een meerderheid voor een voorstel te krijgen.