Lees regels 37-46 (‘“También … Paz.’).
Geef van elk van de beweringen aan of deze juist is of onjuist.
1 Op slecht verlichte wegen gebeuren de meeste verkeersongelukken.
2 Politici moeten meer voorlichting geven over energiebesparing.
3 De burger heeft er recht op sterren aan de hemel te zien.
Schrijf het nummer van de bewering op gevolgd door “juist” of “onjuist”.