Polypropeenmoleculen kunnen verschillende structuren hebben.Van een mogelijke
structuur is hieronder het begin van de keten weergegeven (structuur A):
Structuur A ontstaat doordat aanhechting van een propeenmolecuul aan de groeiende
polymeerketen soms plaatsvindt met het eerste koolstofatoom van het propeenmolecuul
en soms met het tweede koolstofatoom.
Het is ook mogelijk polypropeenmoleculen te maken met een regelmatigere structuur.
Van zo’n regelmatigere structuur is hieronder het begin van de keten weergegeven
(structuur B):
Structuur B ontstaat doordat aanhechting van een propeenmolecuul aan de groeiende
polymeerketen steeds plaatsvindt met het eerste koolstofatoom van het propeenmolecuul.
Polypropeenmoleculen met een structuur zoals structuur B kunnen gemaakt worden met
behulp van zogenoemde structuurspecifieke katalysatoren. Structuur B wordt in de
praktijk gemaakt door de polymerisatie uit te voeren met een bepaald zuur als katalysator.
In de initiatiestap van de optredende kettingreactie ontstaat uit een propeenmolecuul en
een H+ ion een C3H7+ ion. In het ontstane ion zit de positieve lading op het middelste
koolstofatoom.
In de eerste propagatiestap hecht een molecuul C3H6 zich in een voorkeursoriëntatie aan
het C3H7+ ion. Ook in de volgende propagatiestappen vindt aanhechting in deze
voorkeursoriëntatie plaats.
Geef van deze kettingreactie, die leidt tot structuur B, de vergelijking van de initiatiestap
en de vergelijkingen van de twee daarop volgende propagatiestappen in structuurformules
weer.