In tabaksbladeren en ook in sigarettenrook komt de stof nicotine voor. Deze stof werkt sterk
verslavend. Hieronder is de structuurformule van nicotine schematisch afgebeeld:
Bij een inhalerende roker komt nicotine via de longen in het bloed terecht. Nicotine is een
zwakke base. In het bloed stelt zich het volgende evenwicht in:
Hierin stelt Nic het nicotinemolecuul voor en NicH+ het geconjugeerde zuur van nicotine.
In het bloed van een roker is ongeveer evenveel Nic als NicH+ aanwezig.
Bereken de verhouding [Nic] : [NicH+] in bloed met een pH = 7,40. Onder de
omstandigheden die in bloed heersen, geldt dat pKw = 13,50 (Kw = 3,2·10-24) en dat de
pKb van nicotine gelijk is aan 5,96.