In een legering van aluminium, magnesium en tin is de vorming van een goed afsluitend
laagje aluminiumoxide niet goed mogelijk. Magnesium- en tinionen, die zich bij aantasting
van de legering vormen, zijn namelijk groter dan aluminiumionen. Ze passen niet in de
holtes tussen de O2- ionen. In een legering waarbij de verhouding tussen de aantallen
atomen aluminium, magnesium en tin 4000 : 200 : 1 is, wordt het beschermende laagje niet
gevormd. Het gevolg is dat een legering met deze samenstelling wordt aangetast.
Bereken het massapercentage aluminium in een legering met de verhouding
aantal atomen aluminium : aantal atomen magnesium : aantal atomen tin = 4000 : 200 : 1.
Geef het massapercentage in drie significante cijfers.