De HDO moleculen verdelen zich over al het water dat in het lichaam aanwezig is. Deze
situatie is twee uur na de inname van D2O bereikt. Overal in het lichaam is dan de
concentratie HDO in het lichaamswater verhoogd. Als gevolg daarvan is de concentratie
HDO in de waterdamp van de uitgeademde lucht ook verhoogd.
De concentratie HDO in uitgeademde lucht kan worden gemeten. Daartoe wordt de
uitgeademde lucht in een speciale massaspectrometer geleid. Daar worden aan de lucht
H3O+ ionen toegevoegd. Aan deze H3O+ ionen binden zich drie watermoleculen waardoor
ionen H9O4+ ontstaan.
Er ontstaan ook ionen H8DO4+. Deze ionen ontstaan als in plaats van één H2O molecuul één
HDO molecuul wordt gebonden. De ionen H8DO4+ zorgen in de massaspectrometer voor een signaal bij m/z = 74. De grootte van dit signaal wordt vergeleken met de grootte van het
signaal bij m/z = 73. Uit de verhouding tussen die twee signalen is het percentage D atomen
in de waterdamp van de uitgeademde lucht, en daarmee in het lichaamswater, te berekenen.
Wel moet de gemeten intensiteit bij m/z = 74 nog worden gecorrigeerd. Er is namelijk nog
een ionsoort, waarin geen D atomen voorkomen, die een signaal bij m/z = 74 veroorzaakt.
Welke combinatie van zuurstof- en waterstofisotopen is in deze ionsoort aanwezig? Gebruik
Binas-tabel 25.