Aldrich hield een filtreerpapiertje, dat was bevochtigd met een oplossing van
lood(II)ethanoaat, boven de stinkdiervloeistof. Het filtreerpapiertje kreeg een
gele kleur (a).
Daarna loste hij wat stinkdiervloeistof op in overmaat kaliloog en hield een nieuw
filtreerpapiertje met lood(II)ethanoaat boven de ontstane oplossing. Er trad geen
verandering op het papiertje op (b).
Toen hij vervolgens overmaat verdund zwavelzuur toevoegde aan de oplossing
van kaliloog en stinkdiervloeistof, was de gele kleur op het filtreerpapiertje weer
te zien (c).
Geef een verklaring voor de waarnemingen die hierboven met (a), (b) en (c) zijn
aangegeven. Verwerk daarin de vergelijkingen van de reacties die optreden
wanneer stinkdiervloeistof wordt toegevoegd aan kaliloog en vervolgens verdund
zwavelzuur wordt toegevoegd.