In het tekstfragment is op sommige plaatsen sprake van onnauwkeurig chemisch
taalgebruik. Een voorbeeld daarvan is te vinden in de beschrijving van de
vorming van de calciumzepen (regels 9 en 10). In het darmkanaal, waar de
vorming van calciumzepen plaatsvindt, is de pH ongeveer 8,0. Zuren zoals
palmitinezuur hebben een pKz van 5,0 - 6,0. Bij een pH van ongeveer 8 komen
deze zuren vrijwel volledig voor in de vorm van de geconjugeerde base.
Laat aan de hand van een berekening zien dat een zuur met een pKz = 5,5 bij
een pH = 8,0 vrijwel volledig voorkomt in de vorm van de geconjugeerde base
van dat zuur. Gebruik voor het zuur de notatie HZ en voor de geconjugeerde
base Z-.