Het methemoglobine dat volgens reactie 2 in de lever wordt gevormd, kan opnieuw
cyanide uit de weefsels verwijderen (reactie 1). Het gevormde cyanomethemoglobine
wordt daarna in de lever opnieuw omgezet tot methemoglobine, enzovoorts. Op deze
manier is het mogelijk om met minder dan 20% methemoglobine alle cyanide uit de
weefsels te verwijderen. Het zou bijvoorbeeld ook al gaan met slechts 5% gevormd
methemoglobine. Dit kan worden bereikt door minder nitrietoplossing toe te dienen dan
bij vraag 9 berekend is.Toch is de hoeveelheid nitrietoplossing die bij een acute
cyanidevergiftiging wordt toegediend zodanig dat ongeveer 20% van de in bloed
aanwezige hemoglobine (plus oxyhemoglobine) wordt omgezet tot methemoglobine.
Leg uit waarom men er toch voor kiest om bij personen met een acute cyanidevergiftiging
ongeveer 20% van de hemoglobine (plus oxyhemoglobine) om te zetten tot
methemoglobine.