Een mogelijke andere beginstof voor de vorming van een polyurethaan, stof B, heeft de
volgende structuurformule:
De groep N = C = O heet isocyanaat.
In het vervolg van deze opgave wordt stof A aangeduid met HO - R1 - OH en stof B met
O = C = N - R2 - N = C = O.
De vorming van een polyurethaan berust op het feit dat OH groepen met isocyanaatgroepen
kunnen reageren. Bij de polymerisatie van stof A met stof B treedt de volgende reactie op:
polymeer 1
Deze polymerisatie zou kunnen worden opgevat als additiepolymerisatie.
Geef twee argumenten die de opvatting ondersteunen dat deze polymerisatiereactie berust
op additie.