Vroeger stabiliseerde men gebroken armen en benen met gipsverband. Rondom de breuk
werd verbandgaas aangelegd, waarop een papje werd aangebracht van vast calciumsulfaat,
CaSO4(s), en vloeibaar water, H2O(l). Deze stoffen reageren met elkaar onder vorming van
vast gips, CaSO4 . 2H2O(s). Na verloop van enige tijd is een harde vaste stof ontstaan. De
volgende reactie is dan opgetreden:
CaSO4(s) + 2 H2O(l) → CaSO4 . 2H2O(s)
Bereken hoeveel gram gips ontstaat wanneer 500 g calciumsulfaat volgens bovenstaande
reactievergelijking reageert.