Op de bijsluiter van bruistabletten staat vaak niet vermeld hoeveel milligram NaHCO3 een
tablet bevat. Ellen heeft als opdracht gekregen om te bepalen hoeveel NaHCO3 zo'n Asprobruistablet
bevat. Bij haar onderzoek heeft ze, behalve van Aspro-bruistabletten, uitsluitend
gebruikgemaakt van een bekerglas, water en een balans. Ze heeft bij haar onderzoek in
eerste instantie onder andere aangenomen dat de hoeveelheid CO2 die in oplossing blijft, te
verwaarlozen is. Verder is ze er van uitgegaan dat alle NaHCO3 reageert en dat in een
bruistablet NaHCO3 de enige stof is waaruit CO2 kan ontstaan.
Bij haar onderzoek heeft Ellen eerst de bepaling van de hoeveelheid NaHCO3 in een
bruistablet uitgevoerd (proef 1). Bij de bespreking van het resultaat van haar proef kreeg ze
van haar docent te horen dat ze ook moest onderzoeken of haar aanname dat een
verwaarloosbare hoeveelheid CO2 in oplossing blijft, juist is.
Daarom heeft ze, eveneens gebruik makend van uitsluitend een bekerglas, water, Asprobruistabletten
en een balans, een controleproef (proef 2) gedaan om na te gaan of de
hoeveelheid CO2 die oplost, inderdaad te verwaarlozen is. Daarbij bleek dat die aanname
onjuist was.
door jou beschreven proefuitvoering blijkt dat de genoemde aanname onjuist is.