Om de hoeveelheid zuurstof die in wijn oplost te verminderen en dus de vorming van
azijnzuur tegen te gaan, kan een aangebroken fles wijn worden afgesloten met een kurk.
Er zijn echter ook speciale luchtpompjes in de handel die meer effect hebben dan een kurk.
Op een geopende fles wijn die langere tijd bewaard moet worden, plaatst men een rubberen
dopje. In het dopje zit een opening die als ventiel werkt. Met het pompje wordt via dit
ventiel de druk in de fles verlaagd van 1,0 bar tot 0,25 bar. De zuurstofconcentratie in de
lucht boven de wijn wordt door de drukverlaging een kwart van de oorspronkelijke
zuurstofconcentratie. De hoeveelheid zuurstof die vervolgens in de wijn gaat oplossen
wordt hierdoor veel minder. De hoeveelheid opgeloste zuurstof kan dan namelijk nooit
groter zijn dan een kwart van de hoeveelheid zuurstof die oplost zonder drukverlaging.
Een fles wijn van 720 mL wordt voor de helft
uitgeschonken (nog 360 mL wijn in de fles met 360 mL
lucht daarboven, zie de figuur hiernaast). Daarna wordt
de druk in de fles verlaagd van 1,0 bar tot 0,25 bar. Dan
blijkt dat in de wijn zelfs nog wat minder zuurstof
oplost dan een kwart van de bij vraag 3 berekende
hoeveelheid. De temperatuur verandert tijdens het
wegpompen van de lucht niet.
Leg uit dat de hoeveelheid zuurstof die in dit geval in de wijn zal oplossen minder is dan
een kwart van de bij vraag 3 berekende hoeveelheid.