Een Linezolidemolecuul heeft een asymmetrisch koolstofatoom. Er bestaat dus een optische
isomeer van Linezolide.
Het is gebleken dat Linezolide bacteriedodende werking bezit. De optische isomeer van
Linezolide heeft geen bacteriedodende werking. Uitgaande van een gegeven uit het artikel,
dat de bacteriedodende werking van Linezolide verklaart, probeert een leerling een
hypothese op te stellen waarmee hij verklaart hoe het komt dat de ene optische isomeer
bacteriedodende werking bezit en de andere optische isomeer niet.
Formuleer, uitgaande van dat gegeven, een hypothese waarmee verklaard kan worden dat de
ene optische isomeer bacteriedodende werking bezit en de andere optische isomeer niet.