Papier bestaat hoofdzakelijk uit cellulose. In cellulosemoleculen komen veel OH groepen
voor. Daardoor worden in papier de cellulosemoleculen door middel van waterstofbruggen
aan elkaar gebonden. Niet alle OH groepen in de cellulosemoleculen zijn betrokken bij de
vorming van waterstofbruggen tussen de cellulosemoleculen. Door de aanwezigheid van
vrije OH groepen in de cellulosemoleculen kan papier gemakkelijk water opnemen.
Een bepaalde papiersoort bevat 9,0 massaprocent water.
Bereken het gemiddelde aantal watermoleculen dat in deze papiersoort per OH groep van de
cellulosemoleculen gebonden is. Ga er bij de berekening van uit dat watervrij papier
volledig uit cellulose bestaat. Cellulose kan worden weergegeven met de formule
(C6H10O5)n; de schematische structuurformule staat in Binas-tabel 67 A3.