De temperatuur van het gasmengsel dat uit de uitlaat van een dieselmotor komt, is veel
lager dan de temperatuur die in de cilinders heerst. Het gasmengsel dat de cilinders verlaat,
wordt dus in korte tijd sterk afgekoeld. Tijdens deze snelle afkoeling neemt de hoeveelheid
NO in het gasmengsel niet merkbaar af. Uit de uitlaat komt dus meer NO dan wanneer het
gasmengsel uit de cilinders langzaam zou worden afgekoeld tot de temperatuur die buiten
de cilinders heerst. Ook als het gasmengsel dat de cilinders heeft verlaten langere tijd bij
deze lagere temperatuur bewaard blijft, verandert de hoeveelheid NO niet meer.
Verklaar waarom ook na langere tijd de hoeveelheid NO in het gasmengsel dat de cilinders
heeft verlaten niet meer verandert.