De sterkte van de collageenvezel is te danken aan verschillende aanpassingen aan de
polypeptideketen nadat deze is gevormd. Eén van de aanpassingen die leidt tot versteviging
van de collageenvezel is de hydroxylering van het aminozuur proline. Bij dit proces, dat
wordt gekatalyseerd door het enzym prolylhydroxylase, worden sommige proline-eenheden
voorzien van OH groepen. De aanwezigheid van OH groepen zorgt voor de mogelijkheid tot
waterstofbrugvorming tussen verschillende aminozuren in de polypeptideketens, waardoor
de vezel aan stevigheid wint. Alleen de proline-eenheden waarvan de carbonzuurgroep aan
een glycine-eenheid is gebonden, worden gehydroxyleerd.
Formuleer een hypothese waarom alleen de proline-eenheden waarvan de carbonzuurgroep
aan een glycine-eenheid is gebonden, worden gehydroxyleerd.