Background image

terug

Vraag 20

Om te bepalen hoeveel water door de microbolletjes (zonder geneesmiddel) kan worden opgenomen, worden ze eerst watervrij gemaakt. Vervolgens worden de watervrije microbolletjes in een oplossing van een blauwe kleurstof gebracht. De concentratie van de blauwe kleurstof in deze oplossing is bekend. De moleculen van deze kleurstof zijn zo groot dat ze niet via de poriën van de bolletjes naar binnen kunnen. De watermoleculen zijn klein genoeg om wel in de bolletjes te worden opgenomen. Daardoor stijgt de concentratie van de blauwe kleurstof in de oplossing. Wanneer de microbolletjes geen water meer opnemen, wordt van de overgebleven blauwgekleurde oplossing de concentratie van de blauwe kleurstof bepaald.
Bij zo’n bepaling werd aan 40 mg watervrije microbolletjes 400 μL oplossing van de blauwe kleurstof met een concentratie van 3,0·10-6 mol L-1 toegevoegd. Toen de microbolletjes geen water meer opnamen, was de concentratie van de blauwe kleurstof in de oplossing gestegen tot 3,7·10-6 mol L-1

Bereken hoeveel mg water door de microbolletjes is opgenomen. Neem daarbij aan dat 1,0 μL water een massa heeft van 1,0 mg.