Background image

terug

Vraag 19

Winkelen als tijdverdrijf getuigt dan misschien van consumptiezucht in zijn meest naakte vorm, maar wie ben ik om er zo op af te geven? Ik groeide op in de jaren zestig en kreeg zowel een tik mee van het toen nog volop aanwezige maatschappelijk calvinisme, alsook van de anti-consumptie-mentaliteit van het hippiedom. Ik geef niets om het najagen van materiële verworvenheden als dure kleren en auto’s, perfecte woninginrichting en snorkelvakanties. Ik ben meer geïnteresseerd in laten we zeggen geestelijke waarden: boeken, kunst, wetenschap. Dit maakt mij tot een elitarist, die zich al snel verheven acht boven het volk dat dommig in pretparken rondzwiert.

Naar: Beatrijs Ritsema, fragment uit De grote verveling gepubliceerd in Ons Erfdeel nr. 3 mei-juni 1998, pagina 323–324

De zondag, lange tijd een stijve, opgeprikte dag, beheerst door vormelijkheden, is volgelopen met hedonisme, maar er blijft iets wringen. Alsof de bedding van deze dag niet correspondeert met de inhoud ervan. Het plezier dat op zondag wordt nagejaagd heeft nooit die onbekommerde kwaliteit van zaterdagse genoegens. Dit is het nadeel van de ontkerkelijking die zo’n dertig jaar geleden inzette: een de- structurering van het dagelijks leven. Het wegvallen van verplichtingen leidde tot grotere vrijheid en grotere vrijheid brengt altijd meer verveling met zich mee. Verveling is een verderfelijke geestesgesteldheid. Het merkwaardige is dat iemand die zich verveelt nooit eens die gelegenheid aangrijpt om de keukenkastjes te gaan soppen of zijn oude kleren te sorteren, zodat er het een en ander naar het Leger des Heils kan en er weer wat ruimte in de kast komt. Ook gaat hij geen gedicht schrijven of een mooie tekening maken. Nee, iemand die zich verveelt, zoekt ’iets leuks’ om te doen. Hij gaat bijvoorbeeld nieuwe kleren kopen of zoekt een andere vorm van passief vermaak op. Hoe meer verveling, hoe normoverschrijdender het hedonisme.

Naar: Beatrijs Ritsema, fragment uit De grote verveling gepubliceerd in Ons Erfdeel nr. 3 mei-juni 1998, pagina 325

De tekst in de bijlage en het tweede tekstfragment noemen beide een andere oorzaak van ’verveling’.
Wat is blijkens de tekst in de bijlage de oorzaak? Formuleer je antwoord in één woord.

terug

Bijlage(n)

Bij deze vraag worden één of meerdere bijlagen gebruikt.

Bijlage: De routine van de vernieuwing