In zijn column in de NRC (zie bijlage Kenniseconomie is alles 1) maakt Frank Kalshoven zich boos over het
gemak waarmee het woord ‘kenniseconomie’ wordt gebruikt.
In de tekst van Kunneman wordt de ontwikkeling van de technologie en de kenniseconomie
als een recente ontwikkeling geschetst, die de auteur grote zorgen baart.
Wat kan geconcludeerd worden uit alinea 2 van de tekst van Kalshoven in relatie tot het betoog van Kunneman?
Bij deze vraag worden één of meerdere bijlagen gebruikt.
Bijlage: De illusies van de kenniseconomie