Background image

terug

Vraag 31

In de tekst doet zich voortdurend een spanningsveld voor tussen twee tegenstellingen.

Om welke twee tegenstellingen gaat het? Geef antwoord in termen van twee begrippenparen. Gebruik voor je antwoord niet meer dan 10 woorden.

terug

Bijlage(n)

Bij deze vraag worden één of meerdere bijlagen gebruikt.

Bijlage: “Ik voel me veiliger dan op de snelweg in Nederland”