Tekstfragment
Met regelmaat wordt door belastingplichtigen getracht met een beroep op
het gelijkheidsbeginsel een fiscaal gunstiger behandeling te bereiken dan
de wet voorschrijft. Gevallen die rechtens en feitelijk gelijk zijn, dienen
gelijk behandeld te worden en wanneer een gelijk geval in afwijking van
de wet gunstiger wordt behandeld, moet dat leiden tot eenzelfde gunstige
behandeling van het gelijke geval. Een oud spreekwoord luidt echter: als
twee hetzelfde doen, is het niet hetzelfde, en dit spreekwoord gaat (ook in
het belastingrecht) nog altijd op. Dit is af te leiden uit vier arresten van de
Hoge Raad van 26 februari jl. over de vraag of verschillende het
algemeen nut beogende instellingen in de jaren 2001, 2002 en 2004 geen
recht van schenking verschuldigd zijn over in die jaren ontvangen
schenkingen, omdat zij gelijk dienen te worden behandeld als het Prins
Bernard Cultuurfonds en het Nederlandse Rode Kruis. Laatstgenoemde
twee instellingen genoten vele jaren een doorlopende kwijtschelding van
het recht van schenking. De Hoge Raad gaat in zijn behandeling niet expliciet in op de vraag of de gevallen gelijk zijn. Daaruit kan worden afgeleid dat de Hoge Raad de gevallen gelijk acht, anders zou de Hoge Raad niet aan de (vervolg)vraag, of de ongelijke behandeling wordt veroorzaakt door een oogmerk van begunstiging, zijn toegekomen. Uit de jurisprudentie van de Hoge Raad kan worden geconcludeerd dat voor de beantwoording van de vraag of sprake is van begunstigend beleid, beslissend is het oogmerk van de inspecteur toen hij de aanslagen regelde zoals hij heeft gedaan. Beslissend is dus niet de voorstelling die de belastingplichtige zich heeft gemaakt van het oogmerk van de inspecteur. Zelfs als daadwerkelijk sprake is van ongelijke behandeling, is er niet direct reden voor toetsing van beleid in het kader van een beroep op het gelijkheidsbeginsel. Er zou immers ook sprake kunnen zijn van onbedoelde fouten: in de uitvoeringssfeer gemaakte fouten vormen geen begunstigend, dus van de wet afwijkend, beleid, zodat toetsing aan het gelijkheidsbeginsel daarbij niet aan de orde is. naar: www.recht.nl |
Waaruit blijkt volgens het tekstfragment dat het gelijkheidsbeginsel niet per
definitie leidt tot belastingvoordelen op individueel vlak?
Dat blijkt uit