In de regels 63-66 wordt op krachtige wijze een opvatting geformuleerd: "Wie de sociale emancipatie een goed hart toedraagt, moet in de eerste plaats de maatschappelijke verhoudingen die haar belemmeren aanpakken."
Wie huldigt/huldigen deze opvatting?
Bij deze vraag worden één of meerdere bijlagen gebruikt.
Bijlage: Als alles hetzelfde is, doet niets er meer toe