Over de begrippen vrijheid, gelijkheid en broederschap wordt in alinea 2 gezegd:
"Wie voor alle drie tekent, tekent voor een probleem." (regels 24-25).
Formuleer dit probleem in algemene bewoordingen.
Gebruik maximaal 25 woorden.
Bij deze vraag worden één of meerdere bijlagen gebruikt.
Bijlage: Als alles hetzelfde is, doet niets er meer toe