“Het idee dat dieren net als mensen rechten zouden moeten krijgen, steunt in
beginsel op een misvatting …” (regels 49-51)
Hoe kan, gelet op de redenering in alinea 3 en 4, het verwijt aan het adres van
hen die dit idee huldigen, het beste getypeerd worden?
Bij deze vraag worden één of meerdere bijlagen gebruikt.
Bijlage: Dieren zijn geen burgers – hooguit hamburgers