Met welk argument dat kan worden afgeleid uit alinea 13, keert de schrijver zich
tegen het hanteren van principes in het debat?
Principes
A hebben een amorele kant.
B kunnen nauwelijks worden waargenomen.
C staan verder denken in de weg.
D zijn in de kern antidemocratisch.
Bij deze vraag worden één of meerdere bijlagen gebruikt.
Bijlage: Tekst 1 Pleidooi voor onzekerheid 1 t/m 20