Alinea 2 maakt melding van een verschuivende voorkeur bij de gemiddelde boekenliefhebber. Voor een deel heeft deze verschuiving betrekking op nonfictie, zoals schrijversbiografieën.
Welke overeenkomst is er tussen deze recentelijk ontstane belangstelling voor biografie?n en de veranderde visie in de literatuurwetenschap, gelet op alinea 2 tot en met 5? Gebruik voor je antwoord maximaal 15 woorden.