Background image

terug

Vraag 23

De laser zendt per seconde 250 pulsen uit. De pulsduur is in de orde van enkele tientallen nanoseconden. Na het verlaten van de ramancel vervolgen de pulsen hun weg in de richting van de atmosfeer. In de atmosfeer kan een foton worden verstrooid. Dit betekent dat het door een molecuul wordt geabsorbeerd en onmiddellijk daarna weer wordt uitgezonden. Het uitgezonden foton kan het molecuul in alle richtingen verlaten. Een klein deel van de uitgezonden fotonen keert terug in de richting van de installatie. Op die manier veroorzaakt de verstrooiing een zwakke „echo” van de puls.
Een telescoop vangt de echo op. Door een teller wordt het aantal teruggekeerde fotonen bepaald. De installatie is in het figuur schematisch weergegeven. We beschouwen nu de echo van één puls. Fotonen uit één puls die van verschillende hoogten terugkeren, komen met een tijdsverschil bij de teller aan.
De teller registreert fotonen die terugkeren van lagen in de atmosfeer tussen 8,0 km en 60 km hoogte.

Bereken het maximale tijdsverschil waarmee fotonen uit één puls worden geregistreerd.