De sensor meet de tijd Δt die verstrijkt tussen het begin van een puls en het begin van de
echo die hierna arriveert. Met behulp van dit gegeven berekent de sensor de afstand tot
het voorwerp. De sensor gebruikt als geluidssnelheid altijd de waarde bij 20 °C.
Leg uit of de sensor een te grote of een te kleine afstand berekent als de temperatuur
tijdens de meting hoger is dan 20 °C.