terug
Vraag 17
Voor de wrijvingskracht ten gevolge van de luchtweerstand geldt:
FW= (1/2)CWρAv2
Hierin is:
- w C de luchtweerstandcoëfficiënt;
- ρ de dichtheid van de lucht;
- A de frontale oppervlakte van de schaatser;
- v de snelheid van de schaatser.
Bij het onderzoek wordt de kracht F
W twee keer gemeten: één keer met strips en één keer
zonder strips op het schaatspak. Uit deze twee metingen wordt bepaald hoeveel de
C
W -waarde door de strips verandert.
Om een juiste vergelijking te maken, moeten de drie andere grootheden in de formule
tijdens beide metingen gelijk zijn.
Bespreek voor elk van deze drie grootheden welke maatregelen daartoe in de
onderzoeksopzet genomen moeten worden.