Background image

terug

Vraag 4

Uit de hoek α die het touwtje maakt met de
verticaal, is de versnelling of vertraging van de
trein te bepalen. Figuur staat vergroot op de
uitwerkbijlage. Deze figuur is op schaal. Op de
ring werken twee krachten: de zwaartekracht
Fz en de spankracht Fs in het touw. De vector
Fz is al getekend. De verticale component van
Fs heft de zwaartekracht op. De massa van de
ring is 92 gram.
Bepaal de versnelling of vertraging van de trein.


  • Teken daartoe eerst in de figuur op de
    uitwerkbijlage de spankracht Fs en de
    resulterende kracht Fres op de ring in de juiste
    verhouding tot de zwaartekracht.
  • Laat alle krachten aangrijpen in het
    zwaartepunt Z.
Zodra de trein met constante snelheid rijdt,
bevestigt Werner het touwtje aan een vast
punt P, dat precies boven de rand van een
tafel bevindt. Hij laat de ring met een kleine
uitwijking slingeren. Het touwtje raakt
daarbij telkens de rand van de tafel.
In figuur zijn de uiterste standen van de
slinger weergegeven. Deze figuur is niet op
schaal. De ring slingert in 4,02 s drie keer
heen en weer tussen de getekende uiterste
standen. De slingerlengte onder de tafel is x.
De totale slingerlengte vanaf punt P tot
zwaartepunt Z van de ring is 65,0 cm.
Bereken x.